dinsdag 4 april 2017

De maatschappelijke opdracht van de sector technische MBO

"een hoge werkdruk "
Bij een technische middelbare school (TMS), heerst het gevoel van een hoge werkdruk. Hiervoor zijn verschillende oorzaken te bedenken, zoals de het dalende aantal docenten als gevolg van het dalende aantal studenten. De TMS geeft hier een invulling aan door geen vacatures te stellen bij het vertrekken van een docent, waardoor het docenten bestand niet verder groeit er een evenwicht is tussen het aantal docenten en studenten. Om pieken in het onderwijs op te vangen werkt de TMS met een flexibele schil van docenten met een tijdelijke aanstelling. Veel docenten bij de TMS geven aan dat deze strategie van het management leidt tot een normale werkdruk. Er zijn bijvoorbeeld geen overvolle klassen en de lesgevende taken van docenten zijn niet gestegen, desondanks het dalende aantal docenten. Eerder geven de docenten aan dat de lesgevende taken iets zijn gedaald. Maar toch blijven docenten van de TMS school bij het management en de team reviews aangeven een (veel) te hoge werkdruk te ervaren. 

Uit verschillende gesprekken tussen het management en de docenten komt naar voren dat werkdruk op twee verschillende manieren wordt bekeken. Het management kijkt vanuit de jaartaak (inzet tabel) van de docenten en geeft hierbij aan dat docenten niet overbelast worden met taken of lesuren. Hierbij geeft het management aan zich niet te herkennen in het "overbelaste gevoel" dat docenten uitspreken. Docenten geven op hun beurt aan dat de jaartaak een middel is om een schatting te geven van de inzet van docenten, maar geen weerspiegeling is van de realiteit en de werkdruk die dit met zich mee brengt. Maar wat is dan deze realiteit waar de docenten op duiden? 

"een compilatie van verschillende meningen van docenten "
'Vroeger gaf je les en had je wel eens een gesprek met een ouder over de prestaties van een student' geeft een van de docenten aan tijdens een teamoverleg. 'Dan was het, kom de schouders er onder, en wat houd je tegen?'. 'Maar tegenwoordig heeft iedere student wel een labeltje hij heeft dyslexie, dyscalculie, ADHD, ADD, PDD-Nos of NLD". 


De werkdruk is steeds hoger, omdat er steeds meer van ons wordt verwacht en wij moeten studenten steeds meer gaan begeleiden. 
Een aantal docenten zijn het hier stellig mee eens.  Als docent en school is het onze taak om studenten te scholen in kennis en kunde en daarnaast eigenschappen bij studenten te ontwikkelen die de kans op succes van de studenten in de maatschappij verhoogt. En soms moet je dan een beetje aaien, een beetje streng zijn, of een keer op het gedragen van een student of groep ingaan als zij de verkeerde kant op gaan. Maar daarbij geven de docenten ook aan dat de begeleiding van studenten in de afgelopen jaren steeds gecompliceerder is geworden, door een stijgende specifieke leervraag, maar ook zijn de verwachting van ouders en het management gestegen. 'Het klinkt allemaal wel prachtig, iedereen recht op passend onderwijs, maar dit vraagt ook tijd , energie en specifieke kennis of skills van ons docenten", waar houdt deze begeleiding op en wanneer is het speciaal onderwijs?".  De hoeveelheid speciale begeleiding stijgt, het leerling aantal daalt en docenten met veel kennis gaan met pensioen. Hiermee wordt de kern van een probleem waar docenten mee worstelen helder gemaakt. Er is de welwillendheid om de vraag naar extra begeleiding te beantwoorden, maar de uren die hiervoor gebruikt worden drukken op de werkdruk. Daarbij is er een te kort aan expertise maar zijn de verwachtingen van ouders en het management gestegen. 


"Probleem verkenning"
Als docent hebben wij de taak om studenten te begeleiden naar een vakbekwaam beginnende beroepsbeoefenaar en het diploma (Hooghoff, 2011). Daarbij is het van belang om studenten te begeleiden tot vak volwassenheid, waarbij begeleiding naar het volwassen worden gezien wordt als een taak voor docenten. Maar de grenzen van het onderwijs worden de laatste jaren steeds verder opgerekt en er wordt van docenten steeds meer vaardigheden verwacht dan alleen kennis delen en de begeleiding van studenten. Zo moeten docenten passend onderwijs gaan aanbieden, mogen studenten met een VMBO diploma zonder intakegesprek instromen bij de TMS, wordt van scholen verwacht bewuste burgers af te leveren door aandacht te besteden aan burgerschap en vragen ouders een stuk van de opvoeding op school te laten plaats vinden. Uitspraken van ouders zijn bijvoorbeeld, "geeft hem maar en draai om de oren als hij niet luistert"en "als hij niet wil luisteren pak dan zijn telefoon maar af, dat doen wij ook". Maar zodra de student 18 jaar wordt komt er een herziene versie van deze uitspraak, er zijn steeds meer ouders die zeggen "hij is nu 18 hij is volwassen, hij moet het zelf maar weten of hij uit zijn bed komt, huiswerk maakt, naar school komt of slechte cijfers haalt, want naar ons luistert hij toch niet meer". Hiermee geven ouders impliciet de verantwoordelijkheid van opvoeding  en de begeleiding van de student over aan de TMS. 

Maar de laatste jaren moeten docenten ook meebewegen met de veranderingen binnen het onderwijsvisie van de regering. Deze visie is de afgelopen 10 jaar veel veranderd. Zo hebben frontaal, probleem gestuurd, leervraag gestuurd en competentiegericht onderwijs elkaar snel opgevolgd. Daarbij is het kwalificatiedossier verschillende malen herzien en worden er nieuwe regels gesteld rondom examinering. Zo moet het MBO vakgerichte examens ontwikkelen is het rekenexamen en keuzeruimte binnenkort een verplichting voor alle MBO scholen. Docenten vragen zich de laatste jaren dan ook steeds vaker af, "waar liggen de grenzen van school en docentschap?". "Wij willen graag jongeren opleiden, begeleiden naar goed burgerschap en samen groeien naar een diploma".

"De grenzen van de maatschappelijke opdracht van de school"
Of de vraag van docenten terecht is, dat kan ik niet beantwoorden. Maar dat er sprake is van een stijgende verwachting en eisen aan het docenten, dat staat vast (Hooghoff, 2011). Als school hebben wij de visie studenten op te leiden naar een vakdiploma, waarbij aandacht is voor de ontwikkeling van de student naar een bewuste burger. Als school is het de taak om bewegingen in maatschappij met de klas of individu bespreekbaar te maken. Hiermee vindt er op school ook een stuk opvoeding plaatst door middel van aandacht te besteden aan normen en waarden, sociaal gedrag en leren reflecteren (Hooghoff, 2011). Maar de TMS school geeft sinds 2015 aan dat er grenzen zijn aan de opvoeding van studenten. Dit uit zich in een goed gesprek met de ouders waarbij aangeven wordt dat de ouders tot het 23e levensjaar van de student verantwoordelijk zijn voor het schoolgedrag en prestaties. Hiermee zet het management een streep door de opmerking van ouders, wanneer zij aangeven dat hun zoon of dochter volwassen is. Tot de leeftijd van 23 is er sprake van ouderparticipatie en zal de school de verantwoordelijkheid van ouders aanwenden op het moment dat een student spijbelt, geschorst wordt of slechte resultaten behaald. Om deze boodschap bij ouders over te laten komen, wordt iedere student samen met zijn ouder uitgenodigd voor een gezamenlijke kennismakingsbijeenkomst waarbij de ouders direct krijgen te horen dat hun zoon of dochter geplaatst is. Hierbij wordt ook direct aangegeven dat deze plaatsing wel twee belangrijke voorwaarden kent. Ten eerste zijn ouders tot het 23e levensjaar verantwoordelijk voor de schoolgang van hun kind. En de tweede voorwaarde is dat ouders en studenten die een beperking verzwegen hebben op het aanmeldingsformulier bij de school, geen recht hebben op ondersteuning bij de aanvang van het schooljaar. Als school willen wij graag van te voren weten of er sprake is van een beperking, zodat er budget aangevraagd kan worden voor speciale begeleiding. Alle studenten zijn geplaatst iedereen is welkom! Maar zonder budget, komt er geen extra zorg! Hiermee onderstreept het management het belang van ouderparticipatie en de verbinding die het aangaat met student. 

"Consequenties voor (de rol van) docenten"
Docenten begeleiden studenten bij hun studie en geven of hebben een voorbeeld functie waar studenten van kunnen leren (Turkenbrug, 2005). Daarnaast heeft de school een opvoedende functie bij het ontwikkelen van sociale-, samenwerkings- en burgervaardigheden. Een school kan hierdoor niet los gezien worden van een onderdeel van de opvoeding (Turkenbrug, 2005). Docenten uit de TMS erkennen dit, maar geven ook aan dat zij niet als taak hebben de opvoeding over te nemen van ouders. Hierbij wordt gerefereerd aan ongewenst, onacceptabel, onverantwoordelijk gedrag of psychische problemen van sommige studenten. Docenten vinden dat dit niet hun verantwoordelijkheid is. Dit blijft de taak van ouders, waarbij de docenten aangeven dat de school wel een adviserende rol in kan aannemen door bijvoorbeeld door te verwijzen naar hulpinstanties of een maatschappelijk werker. 

Maar het onderwijs is aan het veranderen. Steeds meer scholen gaan fuseren en volgens het toekomst scenario van Boersma, Halman, Maas, Van Beek & Raijmakers (2017) geven aan dat dit uiteindelijk zal leiden tot een onderwijscentrum. Hier in dit onderwijscentrum komen studenten van 4 jaar binnen en verlaten de opleiding als ze 21 jaar zijn. Dit betekent dat ook hier iedere student welkom is en dat studenten binnen 1 school alle vaardigheden aanleren die nodig zijn om als burger te functioneren in de maatschappij, maar ook de vaardigheden aanleert om een beroep te kunnen beoefenen. Dit wordt bereikt door in te steken het gezamenlijk leren, waarbij aandacht is voor het talent van ieder individu (Boersma et al., 2017). Tevens is er veel aandacht zal er meer aandacht moeten komen voor de 21 eeuwse vaardigheden. (Boersma et al., 2017). Dit vraag een andere insteek van het onderwijs voor docenten. In plaats van frontaal onderwijs en een verzuild onderwijsaanbod, moet de docenten hun curricula gaan herzien waarbij er gezocht kan worden naar leeftijd onafhankelijk leren. Daarnaast moet het pedagogisch beleid herzien worden en zal het frontaal onderwijs verminderd moeten worden, om plaats te maken voor meer werken en leren in groepen. Dit vraagt opdrachten of quests die studenten uitdagen om te leren en samen een probleem op te lossen. Hierbij moet er ook rekening gehouden worden dat de begeleiding van studenten een andere vorm zal gaan krijgen. Docenten zullen studenten van verschillende leeftijden op verschillende plekken in de school onder hun hoede krijgen. Dit vraagt een leerling volgsysteem dat inzichtelijk maakt waar de studenten zich in de school zich bevinden. Door de stijgende complexiteit van werken in verschillende projecten, zal het voor de begeleidende docent steeds lastigere worden om de groei van de student te volgen. In nabije toekomst kan de Persoonlijke Intelligente Meester (PIM) hier een oplossing voor bieden (Boersma et al., 2017). PIM gaat de voortgang van studenten observeren, registreren en advies afgeven. De docenten krijgen daardoor meer tijd voor het pedagogische proces en de leskwaliteit (Boersma et al., 2017). Om docenten te ondersteunen bij de stijgende vraag extra vaardigheden voor studenten met een extra leervraag, kunnen zij aanspraak maken op maar begeleidingstijd. Veel docenten maken hier gebruik van, maar niet iedereen. Daarnaast worden binnen de TMS veel trainingen aangeboden die docenten kunnen volgen om hun vaardigheden voor bijvoorbeeld studenten met een extra leerjaar te verhogen. Maar veel docenten maken geen gebruik van deze trainingen, maar richten hun verplichtte scholing meer op het vakgebied en expertise van nieuwe technieken. Hiermee laten docenten kansen liggen, om meer te leren over de begeleiding, de laatst ontwikkeling op het gebied van onderwijs ontwikkeling of de nieuwste regels voor het onderwijs. Doordat er steeds meer studenten met een extra leervraag naar school komen, moeten docenten zich hier beter op gaan voorbereiden. Zij zijn de eerste contactpersoon met de student in contact staan en direct invloed hebben op het proces in de klas. 

"
Consequenties voor (de rol van) het management"
Docenten voelen zich verantwoordelijk voor hun werk en geven aan met veel liefde hun vak te beoefenen, maar doordat de steeds meer scholen gaan werken met  zelfsturende- of resultaat verantwoordelijke teams, komen deze extra taken bij ook het docententeam te liggen. Het te kort aan expertise voor speciale begeleiding, de snelle wijzigingen in het onderwijs en de stijgende verwachting van het management op team resultaten, zorgen bij onderwijsteams voor het gevoel van een hoge werkdruk en stress. In het toekomst scenario 2035 wordt verwacht dat de professionaliteit van docenten zal gaan stijgen doordat zij kennis en vaardigheden met elkaar gaan delen (Boersma et al., 2017). Hierbij is er wel het standpunt ingenomen dat studenten van 4 t/m 21 jaar in een onderwijscentrum blijven, waarbij onderwijs voor een groot deel gericht is op 21 eeuwse vaardigheden (Boersma et al., 2017). Dit staat haaks op het aanbod van verschillende ondersteunende trainingen die te TMS school aanbied en de keuze die docenten maken bij het volgen van deze ondersteuningstrainingen. Het management zou hierbij sommige trainingen verplicht kunnen stellen aan docenten om er voor te zorgen dat er meer  aandacht is voor specifieke kennis en vaardigheden die nodig is bij leerlingen met een speciale leerbehoefte. Hoewel de TMS aangeeft geen opvoedende taak te hebben, maar impliciet wel aan de opvoeding bij te dragen is het aan te raden om de docenten hier meer bewust van te laten worden. Bewust bijdragen aan de sociale vaardigheden zouden kunnen bijdragen aan een toekomstscenario 2035, waarbij de 21e eeuwse vaardigheden een prominenten rol hebben (Boersma et al., 2017). Ook geven Boersma et al., (2017) aan dat scholen uiteindelijk gaan groeien naar een onderwijscentrum waarbij leerlingen van 4 tot 21 opgeleid worden. Momenteel is er sprake bij de TMS sprake van een eerste stap van dit proces. De contracten met een andere school zijn getekend, maar docenten hebben nog geen contact gezocht met elkaar. Dit terwijl de scholen al een jaar de contracten hebben getekend. Het management kan hier een rol is spelen door, samen met de andere school, een contactdag of teammiddag te organiseren. 


2 opmerkingen:

  1. dag Sebastiaan,

    Je beschrijft in het stuk hierboven de uitdagingen die jullie hebben in het MBO onderwijs, specifiek op jouw school. Hierbij refereer je aan de maatschappelijke taak van de school, waarbij je tevens de grenzen belicht: bijvoorbeeld de taak van ouders. Je geeft ook aan dat TMS stelt geen opvoedende taak te hebben maar wel bij te dragen aan de opvoeding. Dat vind ik een interessante discussie waard! Voldaan aan de PI 'grenzen aan maatschappelijke opdracht' .

    BeantwoordenVerwijderen
  2. dag sebastiaan,

    je geeft ook in dit stuk aandacht aan de consequenties van jullie scenario voor de onderwijspraktijk van collega's. Je geeft enkele voorbeelden van ontwikkelingen en geeft enigszins aan wat dit betekent voor collega's met een aantal voorbeelden. Wel voldaan.

    BeantwoordenVerwijderen